Binnenzijde

Alle houtwerk in de molen tot de kapzolder was voorheen geschilderd. Recent werd alle verf verwijderd. Hierdoor is het soms moeilijk te zien in welke mate het hout verweerd was door ouderdom. Van de belangrijke balken kon goed worden vastgesteld of deze origineel waren of niet. Voor een aantal draagbalken werd oud materiaal opnieuw gebruikt. Dit betreft met name de meeste draagbalken onder de vloer van de maalzolder. In de dwarsbalken naast het luiluik zijn kepen van balken die de oorspronkelijke grootte van de luiopening aangeven. De raveelbalk draagt geen balk met een zwaarte zoals de andere draagbalken maar twee baddingen. De draagbalken onder de steenzolder zijn van eiken. Ze zijn niet gezaagd maar behakt. Toch is het opvallend dat geen gezaagde balken zijn gebruikt. Alle sleutelstukken werden recent vernieuwd. In de twee draagbalken het dichtst bij het midden zijn zowel noordwestelijk als zuidoostelijk kepen van kinderbalken ter plaatse van de molenstenen; waarschijnlijk om de stenen beter te dragen. De eiken draagbalk van de koning is oud. Het nog grotendeels aanwezige spinthout is rondom aangetast. De koning heeft geen vierkante doorsnede; het materiaal is waarschijnlijk pitchpine. De grenen draagbalken onder de luizolder zijn oud en gezaagd. Alle sleutelstukken onder deze balken werden ook recent vernieuwd. In of kort na 1946 werd een extra vloer aangebracht die de luizolder verdeelt in twee verdiepingen. Onder de kapzolder zijn nog drie oude eiken balken. Onder twee hiervan zijn nog oude sleutelstukken; één ander sleutelstuk werd recent vernieuwd.

De kap heeft nog een mooie vorm. Een molenkap werd altijd klein gebouwd. Door de kleine diameter van het groot rad kon de kap zelfs erg klein gebouwd worden. De contouren van de kap zijn zeer belangrijk voor het beeld van de molen. De kapspanten zijn erg licht. Ze lijken oud maar er is niet vast te stellen of het de oorspronkelijke spanten zijn. Ze zijn zeker niet van recente datum. Als ze al eens vervangen werden, dan werd waarschijnlijk de oorspronkelijke vorm aangehouden. Voor- en achterkeuvelens werden vermoedelijk in
1980 vernieuwd maar wel naar de oude maatvoering. De penbalk is geheel recht; eiken, machinaal geschaafd met een handschaafmachine. De ijzerbalk is van eiken, handgezaagd. Stellig origineel. Het hele voorkeuvelens is al eens vervangen; de windpeluw werd recent vervangen door een exemplaar van bilinga. Het hele achterkeuvelens met inbegrip van de korte spruit werd eveneens vervangen. De luiken in het achterkeuvelens zijn, waarschijnlijk ter vermijding van inwateren, voorzien van latjes ter weerszijden. De lange spruit is van recente datum. De hele staart is nieuw. De oude onderdelen van de kap lijken ouder dan de molen. Het is denkbaar dat de kap eveneens van een gesloopte molen afkomstig is. In de voeghouten zijn ter plaatse van de ijzerbalk bovenop aan de binnenzijde kepen die in deze molen geen functie gehad lijken te hebben. Aan de vangbalkzijde is deze keep zo lang dat het niet waarschijnlijk is dat dit een voerloef is voor een lange spruit als middelbalk.